Umicore intends to launch squeeze-out for remainder of Agosi shares
Umicore has informed its listed subsidiary Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG (“Agosi”) that it intends to purchase the 8.8 % shares it does not yet own from Agosi’s minority shareholders through a merger squeeze-out in accordance with German law. To determine the cash compensation for Agosi’s minority shareholders, a valuation of Agosi will be carried out by an independent valuer appointed by Umicore and a court-appointed auditor.
Following a squeeze-out and subsequent delisting, Umicore would have flexibility to consider strategic options for the Jewelry & Industrial Metals activities within Agosi. These activities perform well from a commercial and financial point of view and Umicore wants to explore the best conditions for their further development.
Umicore expects that the merger squeeze-out would be resolved upon by the general meeting of Agosi in the second or third quarter of 2021.
Note to the editor:
Umicore acquired Agosi upon the acquisition of the Precious Metals Group (“PMG”) in 2003 and currently holds 91.2 % of its shares. Agosi shares are listed on the Munich Freiverkehr stock exchange.
Agosi, headquartered in Pforzheim, Germany, has an international presence and offers the full precious metals cycle and other precious metals services for the jewelry and coin industries, as well as for various industrial applications in electrical engineering, in automotive, in the chemical industry and in medical technology. Agosi’s activities are integrated in Umicore’s Jewelry & Industrial Metals business unit and one Agosi subsidiary is part of Umicore’s Electroplating business unit.
For more information on Agosi, please visit: https://www.agosi.de
Agosi and its subsidiaries are fully consolidated in Umicore’s financial statements and are listed in Umicore’s Annual Report, note F5 “Group Companies”, p. 122.
Umicore a l’intention de lancer une fusion avec offre de retrait obligatoire sur les actions restantes d’Agosi
Umicore a annoncé à sa filiale cotée Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG (« Agosi ») qu’elle a l’intention d’acheter les 8,8% d’actions qu’elle ne possède pas déjà aux actionnaires minoritaires d’Agosi via une fusion avec offre de retrait obligatoire en droit allemand. Afin de déterminer le prix en espèces pour les actionnaires minoritaires d’Agosi, une valorisation d’Agosi sera effectuée par un expert indépendant nommé par Umicore et un réviseur d’entreprises nommé par le tribunal.
Suite au retrait obligatoire et au retrait de la cotation ultérieur, Umicore aurait la flexibilité d’envisager des options stratégiques pour les activités Jewelry & Industrial Metals au sein d’Agosi. Ces activités performent bien d’un point de vue commercial et financier et Umicore souhaite examiner quelles sont les meilleurs conditions pour leur développement futur.
Umicore s’attend à ce qu’il soit décidé sur la fusion avec offre de retrait obligatoire lors de l’assemblée générale d’Agosi au deuxième ou troisième trimestre 2021.
Note à l’éditeur:
Umicore a acquis Agosi lors de l’acquisition de Precious Metals Group (« PMG ») en 2003 et détient actuellement 91,2% de ses actions. Les actions Agosi sont cotées à la bourse de Munich Freiverkehr.
Agosi, dont le siège se situe à Pforzheim, en Allemagne, a une présence internationale et offre le cycle complet des métaux précieux et d'autres services liés aux métaux précieux pour les industries de la bijouterie et des pièces de monnaie, ainsi que pour diverses applications industrielles dans l'électrotechnique, l'automobile, l'industrie chimique et la technologie médicale. Les activités d'Agosi sont intégrées dans la business unit Jewelry & Industrial Metals d'Umicore et une filiale d'Agosi fait partie de la business unit Electroplating d'Umicore.
Pour de plus amples informations sur Agosi, veuillez consulter: https://www.agosi.de
Agosi et ses filiales sont entièrement consolidées dans les comptes d’Umicore et sont répertoriées dans le rapport annuel d’Umicore à la note F5 « Entreprises du Groupe », p. 127.
Umicore beoogt fusie-uitkoopbod voor de resterende Agosi aandelen
Umicore heeft haar beursgenoteerde dochteronderneming Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG (“Agosi”) op de hoogte gebracht van haar intentie om de 8,8% aandelen die het nog niet bezit, te kopen van Agosi’s minderheidsaandeelhouders via een fusie-uitkoopbod overeenkomstig Duits recht. Om de vergoeding in contanten voor de minderheidsaandeelhouders van Agosi te bepalen, zal een waardering van Agosi worden uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige aangesteld door Umicore en een door de rechtbank aangestelde bedrijfsrevisor.
Na een uitkoopbod en de daaropvolgende schrapping van de beursnotering zou Umicore de flexibiliteit hebben om strategische opties te overwegen voor de activiteiten van Jewelry & Industrial Metals binnen Agosi. Deze activiteiten presteren goed op commercieel en financieel vlak en Umicore wil nagaan wat de beste omstandigheden zijn voor hun verdere ontwikkeling.
Umicore verwacht dat de algemene vergadering van Agosi in het tweede of derde kwartaal van 2021 een besluit zal nemen over het fusie-uitkoopbod.
Noot:
Umicore verwierf Agosi bij de overname van de Precious Metals Group (PMG) in 2003 en bezit momenteel 91,2 % van de aandelen. De aandelen van Agosi zijn genoteerd op de Munich Freiverkehr beurs.
Agosi, met hoofdkantoor in Pforzheim, Duitsland, is internationaal actief en biedt de volledige cyclus van edele metalen en andere diensten aan voor de juwelen- en muntenindustrie, alsook voor diverse industriële toepassingen in elektrotechniek, in de automobielsector, in de chemische industrie en in de medische technologie. Agosi’s activiteiten maken deel uit van Umicore’s Jewelry & Industrial Metals business unit en één van Agosi’s dochterondernemingen is deel van Umicore’s Electroplating business unit.
Voor meer informatie over Agosi: https://www.agosi.de
Agosi en haar dochterondernemingen zijn volledig geconsolideerd in Umicore’s financiële toelichtingen en zijn opgelijst in Umicore’s jaarverslag, noot F5 “Groepsondernemingen”, p. 127.
